In het midden van de jaren tachtig stond ik als bestuurslid van wielerclub Buitenlust mede aan de wieg van de KNWU-organisaties die door de Stichting Wielercomité Liessel in de loop der jaren zijn georganiseerd. Dat begon met het nationale kampioenschap voor gesponsorde wielerclubs, dat ging verder met de druk bezochte Braderieronde van Liessel in het kader van de meerdaagse Peelland Toer en vanaf 2010 wordt er traditioneel tussen Kerst en Nieuwjaar op 28 december de KNWU-jeugdveldrit verreden. Op het bosparkoers met de Schietberg als onbetwiste scherprechter kwamen er gisteren zo’n 150 jeugdrennertjes in actie. Voor mij was het in Liessel (of Lijssel zoals we in de Peelregio zeggen) ook weer een hernieuwde kennismaking met enkele organisatoren van het eerste uur. Bij de eerste editie van de jeugdveldrit ben ik er niet bij geweest omdat ik toen al ruim twee jaar geen wedstrijdverslag meer had verzorgd en ook niet over een jurylicentie beschikte. Waar ik op die dag wel was kan ik me nog herinneren als de dag van gisteren. Het was namelijk de dag die in ons gezin bekend staat als het “Verdict van Loenhout.” Op verjaardagen en andere familiefeestjes wordt deze “onvergetelijke” dag, het bezoek van de vijf broers van Horik aan de Azencross, vaak nog opzienbarender gemaakt dan de dag in werkelijkheid geweest is. Dat we ’s morgens via de micro door de lokale speaker(en mede-organisator) René Vermeiren via de luidsprekers als “gebroeders van Horik” verwelkomd werden heeft mij er (ondanks een schamel schaamtegevoel) er niet van weerhouden om het jaar daarop weer een jurylicentie aan te vragen. Maar samen met vijf broers een wielerkoers bezoeken is er niet meer van gekomen… Na mijn bezoek aan Liessel (waar ik ook mijn achternichtje Sara Sonnemans mocht huldigen als beste meisje in categorie 5) kon ik gisteren nog net het laatste half uur van de Azencross via Sporza bekijken. En weer genieten van de prestaties van onze landgenoten in het veld.